Economie


Economie moet gaan om wat we ons kunnen veroorloven. Financieel, maar ook ecologisch en sociaal. De grenzen van de Aarde kunnen en mogen we niet overschrijden. En iedereen heeft recht op zijn of haar eerlijk deel – juist ook kwetsbare groepen: hulpbehoevenden, mensen in arme landen en de dieren die met ons de Aarde bevolken. De voortdurende economische groei is een illusie in een wereld met eindige reserves en een beperkte draagkracht van ecosystemen. Toch varen de meeste overheden blind op economische groei. Daarbij worden burgers vooral als consument gezien en dieren als productiemiddel of consumptieartikel.

Een groeiende economie betekent niet per definitie dat het goed gaat met de samenleving of dat burgers gelukkig zijn. Niet meer welvaart, maar meer welzijn moet het kompas zijn van onze samenwerking. Een prettige leefomgeving, schone lucht en een gezonde natuur zouden moeten meetellen als een positieve bijdrage aan onze welvaart en welzijn. Activiteiten die het milieu, de volksgezondheid of het dierenwelzijn schaden, zoals de vee-industrie, kolencentrales en gaswinning, zouden juist als een negatieve bijdrage moeten tellen. Dat is op in het huidige systeem helaas andersom.

Voor het bepalen en sturen van beleid moeten overheden dus indicatoren gaan gebruiken die richting geven aan een duurzame en solidaire economie. Daarin staan biodiversiteit, dierenwelzijn, bestaanszekerheid en een schone en veilige leefomgeving centraal.