Partij voor de Dieren zet handel in wilde dieren als oorzaak infec­tie­ziekten op WHO-agenda


11 februari 2020

De Nederlandse Tweede Kamer steunde vorige week een motie van de Partij voor de Dieren om de handel in wilde dieren op de agenda van de volgende vergadering van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) te zetten. Wat de Partij voor de Dieren betreft is dit de eerst stap naar een Europees importverbod op wilde dieren.

De handel in en consumptie van wilde dieren, en producten waar wilde dieren in verwerkt zijn, vormen het belangrijkste risico voor de uitbraak van nieuwe infectieziektes onder mensen. Ook bij de uitbraak van het nieuwe coronavirus in China ligt de oorsprong op een markt waar legaal én illegaal wilde dieren verkocht werden.

Partij voor de Dieren Tweede Kamerlid Eva van Esch: "Dit aangenomen voorstel is een belangrijke eerste stap. Als het aan de Partij voor de Dieren ligt is het de opmaat naar een Europees verbod op de handel van wilde dieren. Daarmee zouden we een enorme stap zetten om het risico op nieuwe infectieziektes te verkleinen. Elke keer staat de wereld weer versteld als er een nieuwe ziekte uitbreekt, terwijl we weten hoe ze veroorzaakt worden," zegt Van Esch. "Na SARS, MERS en nu het coronavirus, is het de hoogste tijd dat de handel in wilde dieren aan banden gelegd wordt."

De Nederlandse minstier voor Medische Zorg gaat de mogelijkheid van een importverbod nu bespreken met de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Van Esch: "De winst is dat dit onderwerp nu op de kaart staat. We moeten dit absurde cyclus verbreken: ziekte-uitbraken, vervolgens met alle macht de gevolgen beperken, en daarna wachten tot het weer mis gaat. Stoppen met de handel in wilde dieren en hen met rust laten in de natuur, kan daarin de cruciale stap zijn."