Worldlog Week 11 – 2009


13 maart 2009

Democratie voor dieren.

Deze week weer een kort intermezzo in het kader van de actualiteit. Nederland is doordrenkt met het denken over de rechten van dieren, afgelopen week stond de nationale boekenweek (waar alle boekhandels en bibliotheken aan meewerken) geheel in het teken van het dier.

Naast mijn eigen boek ‘Het gelijk van de dieren, het geluk van de mensen’ werden er tal van boeken uitgebracht die in het kader stonden van het Boekenweekthema ‘Tsjilp,tsjilp’ (zo wordt in Nederland het geluid van een mus weergegeven).

Een ander boek dat deze week uitkwam heet ‘democratie voor dieren’ waarin filosoof Erno Eskens een gedachte-oefening doet hoe het zou zijn om dieren dezelfde rechten te geven als mensen. Voor sommige mensen een teken van de ultieme decadentie, want wie komt er nu op voor de rechten van dieren zolang de rechten van mensen in veel opzichten nog niet toereikend geregeld zijn? Bezien vanuit die redenering zouden dieren ‘bijna’ aan de beurt kunnen zijn bij het krijgen van rechten, waarbij het effectieve gevolg voorlopig zou zijn dat ze vooralsnog helemaal niet aan de beurt komen.

De mens beschouwt zichzelf als zodanig superieur aan het dier, dat er op het gebied van verbetering van de leefomstandigheden van dieren, slechts sprake kan zijn van ‘gunning’. De mens bepaalt in hoeverre het dier rechten zou kunnen krijgen en gaat daar uitermate zuinig mee om. Zoals eerder de blanke mens bepaalde in hoeverre de gekleurde mens rechten zou kunnen krijgen en de mannelijke mens bepaalde in hoeverre de vrouwelijke mens rechten zou kunnen krijgen. Dieren zijn rechtssubject en in dat opzicht vergelijkbaar met een fiets. Je zou zorgvuldigheid kunnen betrachten in het gebruik, maar bent dat op geen enkele wijze verplicht.

Het flauwste argument dat wordt gehanteerd door de tegenstanders van dierenrechten, is dat dieren zelf niet in staat zouden zijn om hun rechten uit te oefenen. Dieren kunnen immers hun verleden en toekomst niet overzien en kunnen ook niet naar de stembus of de rechtbank om zelfstandig gebruik te maken van hun eventuele rechten. Merkwaardig genoeg is die onmogelijkheid nooit als maatgevend gezien voor wilsonbekwamen, zoals zuigelingen, demente ouderen of mensen met een meervoudige handicap of bijvoorbeeld het downsyndroom. Het niet zelfstandig kunnen uitoefenen van rechten is geen enkele reden om iemand niet als rechtssubject te zien. Dierenrechten mogen dan beschouwd worden als een mensenplicht, ze hoeven niet te betekenen dat dieren in dat opzicht per definitie een afhankelijke positie van de gunst van de mens zouden moeten innemen. Dieren vertegenwoordigen een eigen waarde, los van hun nut voor de mens.

Het is merkwaardig te moeten vaststellen dat wat de mens van het dier onderscheidt, de mogelijkheid tot het maken van moreel ethische afwegingen en een ander soort intelligentie, door de mens niet wordt aangewend tot voordeel van de leefomstandigheden in duurzaam opzicht. Waar dieren heel goed zonder mensen kunnen overleven, kan de mens niet zonder dieren. Die afhankelijkheidsrelatie zou de mens tot nadenken kunnen stemmen. Het is daarom de hoogste tijd om de verhouding tussen mens en dier te herijken, inclusief de rechtsverhoudingen tussen mens en dier.

In zijn boek stelt Erno Eskens de meest radicale variant ter discussie: geef dieren gelijke rechten als mensen en bekijk vervolgens welke rechten je ze kan of moet ontnemen. Niet als blauwdruk voor de nabije of verder gelegen toekomst, maar als gedachte-oefening die kan bijdragen tot meer begrip voor de situatie waarin dieren zich bevinden ten opzichte van hun onderdrukker, de mens.

Wat verschaft de mens het recht zich zo superieur te gedragen, terwijl hij lang niet in alle opzichten superieur is aan het dier? Veel dieren zijn sneller, sterker, socialer, gevoeliger of meer trouw dan mensen en in vrijwel alle gevallen hebben dieren een instinctmatig beter ontwikkeld gevoel voor duurzaamheid dan de mens. Alle reden om de bestaande uitgangspunten dat mensen er zouden zijn om te ‘heersen’ over de dieren eens opnieuw tegen het licht te houden. Op een wijze die Amerikanen ‘thoughtprovoking’ zouden noemen, maar die wel veel leesplezier verschaft.

Dieren tot hun recht laten komen is een onderwerp waarmee we de komende jaren nog heel veel te maken zullen krijgen. De Nederlandse filosoof Paul Cliteur zei enkele jaren geleden dat de mens binnen 50 jaar in schaamte terug zou kijken op zijn morele blinde vlek, de omgang met dieren.

Ik hoop zeer dat ook dit boek ertoe kan bijdragen dat die termijn aanzienlijk bekort zal worden!

Tot volgende week!

Democracy for animals.

This week I’d like to dip into some current events. The Netherlands is a country immersed in ideas about animal rights. Last week, the national book week (an event in which all bookstores and libraries take part) was devoted entirely to animals.

In addition to my own book ‘Het gelijk van de dieren, het geluk van de mensen’ (loosely translated: the truth (as the animals know it) and people’s happiness), lots of other books were published that reflected the theme of the book week ‘Chilp, chilp’ (the sound of a sparrow in Dutch).

Another book that was published this week is ‘Democracy for animals’ in which philosopher Erno Eskens, in a kind of mental exercise, considers how it would be to give animals the same rights as people. For some people, a sign of ultimate decadence, as who would fight for animal rights when the rights of so many people are not what they should be? Seen from that point of view, animals would ‘almost’ be eligible for the granting of rights, but until that time comes they effectively have no rights at all.

Humans regards themselves as so superior to animals that in the discussion on improving their living conditions, they simply talk about ‘allowing them rights’. People determine the extent to which animals are awarded rights and they are not overly generous in doing so either. Just as in the past, the white man determined what rights the coloured man would receive and men determined what rights women would be granted. Animals are legal objects in the same way a bicycle is. You could be careful in your use of the object, but this is certainly no obligation.

The most feeble arguments brought by opponents of animal rights is that animals themselves are not able to exercise their rights. Animals cannot reflect on the past or anticipate the future and cannot resort to the ballot box or the courts to exercise any rights they may be granted. Oddly enough, those criteria are not applied to people unable to give informed consent, such as infants, the demented, or people with a mental handicap such as Down’s syndrome. Not being able to exercise rights independently does not, however, make a person a legal object. Although animal rights may be regarded as a human duty, they don’t necessary mean that animals are entirely dependent on man’s goodwill.

It is remarkable to see that what distinguishes people from animals, the ability to make moral ethical decisions and a different kind of intelligence, is not used by people to benefit our habitat in a sustainable manner. While animals could survive very well without people, people could not make it without animals. That dependency should make people think again. It is therefore the time to rethink the relationship between people and animals, including their legal relationship.

In this book, Erno Eskens presents the most radical version yet: give animals the same rights as people and then decide what rights you could or should take away again. Not as a blueprint for the short-term or long-term future, but as a mental exercise that could help create greater understanding for the situation in which animals find themselves with their oppressor, humankind.

What gives man the right to behave with such superiority, while he is far from superior to animals is so many ways? Many animals are faster, stronger, more social, more sensitive or more loyal than people. And animals nearly always have an instinctively better developed sense of sustainability than mankind. Every reason to reexamine the existing assumptions that people are here to ‘rule’ over animals. Esken’s book is certainly thoughtprovoking and an extremely good read.

The fair treatment of animals is a subject we will be dealing with very intensely in the coming years. Several years ago Dutch philosopher Paul Cliteur said that within 50 years mankind would look back in shame at his moral blind spot with regard to how animals were treated.

I hope sincerely that this book will help shorten the time we have to wait until we reach that awakening!

Till next week!