Worldlog Week 06 – 2009


6 februari 2009

Deze week het tweede deel van het verhaal hoe we zetels in het Nederlandse parlement veroverden. Als eerste politieke partij ter wereld die niet de belangen van de mens centraal stelt in haar denken en handelen.

Omdat we wisten dat een ‘partij voor de dieren’ in de ogen van velen niet erg serieus te nemen zou zijn (“die willen zeker voor elke duif een truitje breien…”) hebben we ons verzekerd van de steun van een lange rij eminente lijstduwers. Opinieleiders die bereid waren op een onverkiesbare plaats van onze kandidatenlijst te gaan staan, waardoor duidelijk werd dat de intelligentsia het een nuttige zaak vonden wanneer onze partij in het parlement vertegenwoordigd zou worden.

Beroemde Nederlandse schrijvers als Maarten ’t Hart, Maarten Biesheuvel, Harry Mulisch, Mensje van Keulen en Jan Wolkers betuigden hun steun aan de Partij voor de Dieren en naast hen waren er beroemde cabaretiers , wetenschappers, zangers, Tv-makers en tekstschrijvers.

Voor iedereen kon duidelijk zijn dat de Partij voor de Dieren geen single issue partij voor onnozelaars was, maar een partij waarvan grote denkers vonden dat die ertoe moest doen.

De helft van onze kandidatenlijst werd op deze manier gevuld met bekende Nederlanders.

Verder schreven we gefortuneerde dierenbeschermers, vegetariërs en milieubeschermers aan met de vraag om een bijdrage aan onze verkiezingscampagne. De campagnefondsen stroomden binnen, en er kwam omvangrijke steun van de in Thailand wonende klamboefabrikant Nicolaas G. Pierson, van internetondernemer Jan Peter Cruiming en van andere weldoeners die liever anoniem wilden blijven.

Daardoor konden we een serieuze campagne financieren met advertenties in de grote dagbladen, radiospots met bekende Nederlanders (die overigens belangeloos meewerkten) en affiches in bushokjes en op stations. We hadden zelfs het grootste politieke billboard uit de Nederlandse geschiedenis, een spandoek van 120m2 langs één van de drukste snelwegen van Nederland.

Kostbaar, maar zeer opvallend door z’n buitenproportionaliteit. In de verschillende peilingen stonden we op 1 a 2 zetels en de andere politieke partijen werden zeer nerveus van het feit dat zóveel kiezers kennelijk bereid waren hun persoonlijke kortetermijnbelangen voor korte tijd te parkeren en prioriteit te geven aan de belangen van dieren, natuur en milieu.

In reactie gingen de zittende partijen veel meer aandacht besteden aan het welzijn van dieren en ze beloofden tijdens hun campagnes een hemel op aarde voor dieren. Natuurlijk namen kiezers al die mooie beloften met een flinke korrel zout, maar wij waren zeer verheugd dat ons succes het thema dierenrechten zo nadrukkelijk op de kaart kon zetten van de andere partijen.

Dat is ook de uitdaging voor wie in zijn of haar eigen land een partij voor de dieren wil oprichten.
Nederland kent een lage kiesdrempel (70.000 stemmen zijn voldoende voor een zetel), maar ook in landen met een hoge kiesdrempel zal deelname van een Partij voor de Dieren veel aandacht vragen en andere partijen aan het denken zetten.

Dus zelfs wanneer er geen kans is op een zetel, kan deelname aan de verkiezingen zeer de moeite waard zijn. Je krijgt zendtijd voor politieke partijen op radio en TV in veel landen en je kunt de zittende politiek wakker schudden.
Vooral wanneer je duidelijk maakt dat je als partij een planeetbrede aanpak voorstaat, anders dan de single issue politiek van de meeste politieke partijen die niet verder komt dan opkomen voor de mens en z’n geld, met voorbijzien aan langetermijnbelangen van toekomstige generaties mensen en dieren en het behoud van de leefomgeving.

Andere partijen maken kleingeld van het kostbaarste wat we hebben (schone lucht, schoon water, een schone bodem, biodiversiteit, voedselveiligheid en mededogen) en het is een gotspe dat juist zij claimen te werken vanuit een breed perspectief!

Op de avond van de verkiezingen van 22 november 2006 heerst er een uitbundige spanning in de zaal die we gehuurd hadden in een kunstenaarssociëteit in Amsterdam. Zouden de kiezers inderdaad met net zoveel enthousiasme op de Partij voor de Dieren reageren als de peilingen aangaven?

Welzeker! We haalden bijna 3 zetels en uit kiezersonderzoek bleek dat onze aanhang van alle kanten kwam. Uit linkse hoek, maar ook van sociaal liberalen die gewend waren rechts te stemmen. De rechten van dieren bleken het voorspelde overstijgende belang te vertegenwoordigen, waardoor mensen vanuit allerlei verschillende politieke, levensbeschouwelijke of andere uiteenlopende achtergronden zich herkenden in het overstijgende thema van het opkomen voor de belangen van de allerzwaksten. We schreven geschiedenis, wat niet alleen heel erg opwindend is, maar ook een zware verantwoordelijkheid geeft.

En we wisten wat Gandhi in het vooruitzicht had gesteld van elke emancipatiebeweging: eerst zullen ze je negeren, daarna maken ze je belachelijk, daarna bevechten ze je en pas daarna win je. En in elke volgende ontwikkelingsfase zouden we opnieuw door de door Gandhi voorspelde stadia heen moeten. En zo ging het precies. Ik zal je daar graag volgende week iets over vertellen!

Tot dan…

This week I will present the second half of the story of how we won seats in Dutch parliament. We were the first political party in the world to not focus on human needs in its philosophy and methods.

We knew most would not take a “party for the animals” seriously (“they probably want to try and knit a vest for every pigeon…”) so we garnered the support of a large number of eminent members at the bottom of our list. They were opinion leaders prepared to stand in an unelectable place on our candidate list, thereby sending a clear message that the intelligentsia believed our party needed representation in parliament.

Famous Dutch writers such as Maarten ‘t Hart, Maarten Biesheuvel, Harry Mulisch, Mensje van Keulen and Jan Wolkers and cabaret artists, scientists, singers, TV producers and script writers alike showed their support for the Party for the Animals.

This made it evident to all that the Party for the Animals was not a single issue group for birdbrains, but a party of intellectuals.

Half our candidate list was thereby filled with Dutch celebrities.
We also wrote to moneyed animal protectors, vegetarians and environmental activists with the request of a donation to our electoral campaign. The campaign funds flowed in, we received immeasurable support from Thailand-based mosquito net manufacturer Nicolaas G. Pierson, from Internet entrepreneur Jan Peter Cruiming and from other well-wishers who prefer to remain anonymous.

This meant we could finance a serious campaign with advertisements in national broadsheets, radio interviews with Dutch celebrities (who worked pro bono) and posters in bus shelters and train stations. We even erected the largest political billboard in Dutch history, a banner measuring 120 metres squared along one of the Netherland's most busy motorways.

It was expensive, but extremely eye-catching due to its incredible size. The polls gave us one to two seats in parliament, making other political parties nervous as so many voters obviously seemed prepared to set aside their personal short-term interests and prioritise animal, natural and environmental needs.

In reply, the incumbent parties devoted more attention to animal welfare issues and during their campaigns promised an animal heaven on earth. The voters naturally took these beguiling promises with a large grain of salt, but we were so pleased to have successfully brought animal issues to the forefront of other party's agendas.

This is the biggest challenge facing any party trying to create a party for the animals in their native land.

The Netherlands has a low vote threshold (70,000 votes is enough for one seat), but even in countries with a high vote threshold, a Party for the Animals can still shine the spotlight on animal issues and give other parties pause to think.

So even if there is no way to win a seat, participation is still worth every effort. Participation provides political parties with airtime on radio and television, so they can then shake the reigning politics awake.

Especially when you make it clear that you as a party stand for a planet-wide approach, in contrast to the single issue politics practised by the majority of political parties. They never move past protecting people and their money and they disregard the long-term interests of future generations of people and animals and their relationship with their environment.

Other parties turn into money that which we hold dear (clean air, clean water, clean soil, biodiversity, food security and compassion) and they have the audacity to claim they work from a broad perspective!

On election night, 22 November 2006, we waited with bated breath in our hired hall at the artist's society in Amsterdam. Would the voters react with the same enthusiasm for the Party for the Animals as the polls predicted?

They sure did! We won nearly three seats, electoral research showed later our support came from all walks of life. From the left, but also social liberals who were used to voting for the right. Animal rights appeared to represent this reprioritisation of interests, in which people from all different political, ideological and other various backgrounds stand up to protect those who cannot protect themselves. We created history, something that is not only exciting but something that also carries a heavy responsibility.

And now we understand what Gandhi meant when he explained the course of any emancipation movement: First they ignore you, then they laugh at you, then they fight you, then you win. During our development phase we would have to move through each of the stages that Gandhi predicted. That is also precisely what happened. I’d love to tell you about it next week!
See you then!