Einde aan Nederlandse nertsenfokkerij - een van de grootste ter wereld
Het voorstel van de Nederlandse Partij voor de Dieren voor een verbod op het fokken van nertsen is vorige week aangenomen door het Nederlandse parlement. Daarmee komt er een einde aan de Nederlandse nertsenbontindustrie: na die van China, Denemarken en Polen de vierde grootste ter wereld. Dit voorjaar brak op 17 nertsenfokkerijen in Nederland het coronavirus uit. Bijna 600.000 nertsen werden vroegtijdig vergast om verdere verspreiding te voorkomen. Hoewel het kabinet de nertsenfokkers wilde toestaan verder te fokken met nieuwe dieren, was de Tweede Kamer duidelijk: de lege nertsenkooien worden niet meer gevuld.
“Dit is een enorme doorbraak: eindelijk komt er in Nederland een einde aan het doden van dieren om hun vacht,” aldus Partij voor de Dieren fractievoorzitter Esther Ouwehand. “Behalve moreel verwerpelijk is de nertsenfokkerij nu simpelweg onhoudbaar omdat het een gevaar vormt voor de volksgezondheid.” De Partij voor de Dieren strijdt samen met dierenrechtenorganisaties in het land al sinds haar oprichting voor een einde aan deze op de export gerichte bontindustrie, waarin de dieren met duizenden tegelijk onder stressvolle omstandigheden in kleine draadstalen kooien worden opgefokt tot ze groot genoeg zijn om te worden vergast en gevild.
Al in 2012 stemde het Nederlandse parlement in met een verbod op pelsdierfokkerij, maar “dankzij succesvolle lobby van de nertsenfokkers is de overgangstermijn eindeloos opgerekt”, vertelt Ouwehand; de fokkers kregen nog tot 2024 de tijd om hun bedrijfsvoering af te bouwen. “Helaas grepen veel nertsenhouders dit aan als gelegenheid om nog snel flink uit te breiden,” Door deze termijn is afgelopen week een streep gezet. De lege kooien blijven leeg en alle naar schatting 128 fokkerijen moeten nog dit jaar dicht. “Door nú te stoppen met de nertsenfokkerij en niet pas in 2024 wordt miljoenen nertsen een ellendig leven bespaard.”
Corona
Ook het importeren en exporteren van nertsen is in Nederland voorlopig verboden, dankzij een vervoersverbod voor nertsen dat op aandringen van de Partij voor de Dieren is ingesteld zolang het coronavirus rondwaart. “Afgezien van het gruwelijke dierenleed dat deze industrie teweeg brengt, is nu ook duidelijk geworden dat nertsen het virus van mensen kunnen krijgen en op elkaar en op mensen kunnen overdragen.” Ook in Denemarken, een van de twee andere grote producenten van nertsenbont in Europa, bleek onlangs een nertsenhouderij met het virus besmet. Alle 11.000 dieren werden gedood. “We moeten zien te voorkomen dat we door het houden van duizenden dieren een reservoir vormen waarin het virus kan blijven rondwaren. Dat zeggen wij niet alleen, dat zeggen ook virologen”, aldus Ouwehand.
Niet alleen nertsen zijn bevattelijk gebleken voor het virus, dat geldt ook voor knaagdieren als hamsters en konijnen. “Onze motie vraagt om een verbod op het beroepsmatig - in grote aantallen - fokken van álle dieren die aantoonbaar bevattelijk zijn voor het coronavirus en een reservoir kunnen vormen.” Dat die is aangenomen, kan dus ook gevolgen krijgen voor de tientallen konijnenhouderijen in Nederland waar in totaal honderden duizenden konijnen worden vetgemest voor de vleesproductie.
Bontproductie wereldwijd
Met dit verbod in Nederland is weer een belangrijke stap gezet in de strijd tegen de wereldwijde bontindustrie. Denemarken heeft nog niet tot sluiting van de nertsenhouderijen besloten, wel wordt de productie van vossenbont in dat land uitgefaseerd. Steeds meer landen hebben de afgelopen jaren een einde gemaakt aan hun bontindustrie. Met de sluiting van de Nederlandse nertsenindustrie zullen er weer zo’n vier miljoen pelzen per jaar minder op de markt worden gebracht. En vorige week boekte ook de Australische Animal Justice Party succes met een lokaal verbod op bont in Inner West Council, mede dankzij de succesvolle campagne van deze partij.
Toch worden er jaarlijks wereldwijd nog zo’n 100 miljoen dieren gedood voor de bontindustrie, waaronder naast nertsen ook vossen en konijnen. De Partij voor de Dieren en haar zusterpartijen blijven zich inzetten voor een totaalverbod op de productie, import en handel van alle soorten bont - in Nederland, Europa en daarbuiten. De productie van dit luxeproduct is onethisch en brengt schade aan het milieu en sociale misstanden met zich mee, zoals Marianne Thieme in deze lezing uitlegde. Nu de bontindustrie ook nog eens een reservoir van infectieziekten blijkt te kunnen zijn, hoopt de Nederlandse Partij voor de Dieren dat haar voorbeeld wereldwijd navolging vindt en dat alle nog overgebleven bont-producerende landen een einde zullen maken aan deze barbaarse praktijk.