Worldlog Week 47 – 2008


21 november 2008

Deze week vierden we onze tweede verjaardag in het parlement. Ter gelegenheid daarvan boden we ons tweede Parlementair Jaarverslag aan. Hierbij een verkorte versie van m’n aanbiedingsspeech:

Een voor de hand liggende vraag is of er veel veranderd is in de wereld sinds de Partij voor de Dieren haar entree maakte in het parlement als eerste partij in de wereldgeschiedenis waarvan de vertegenwoordigers het niet primair opnemen voor de eigen soort.

Jazeker, er is heel veel veranderd. In 2006 wierpen grote maatschappelijke problemen hun schaduwen weliswaar vooruit, maar er was geen sprake van een kredietcrisis, een valutacrisis, een breed erkende klimaatcrisis, een zoetwatercrisis, een dreigende H5N1 pandemie, een antibioticacrisis, een voedselcrisis, kortom van een breed gevoelde beschavingscrisis.

Wij hebben bij onze entree in het parlement gezegd te verwachten dat de wal het schip zou gaan keren en dat het menscentrale denken tot crises zou leiden die niet langer genegeerd kunnen worden, omdat het van levensbelang is een andere koers te kiezen.

Mededogen en duurzaamheid verdragen zich niet met het kortetermijn denken dat andere partijen kenmerkt, waarin de westerse mens en z’n geld een centrale rol vervullen.

We moeten vaststellen dat geen van de genoemde crises zich ooit spontaan in de dierenwereld had kunnen voordoen. Mensen zouden zonder dieren niet kunnen overleven, dieren kunnen zonder mensen héél goed overleven. Beter dan met mensen zelfs. Wat mensen onderscheidt van dieren, meer intelligentie en de mogelijkheid tot het maken van moreel ethische afwegingen, lijken mensen in hun eigen nadeel aan te wenden, zozeer dat het voortbestaan van het leven op aarde ermee op het spel gezet wordt, zelfs binnen afzienbare termijn.

Dat rechtvaardigt ook de plaats van de Partij voor de Dieren in het parlement en zal er ook toe leiden dat de Partij voor de Dieren niet langer weggelachen kan worden als een decadent luxeverschijnsel van weekhartige mensen die voor elke duif een truitje zouden willen breien. We hebben de belangrijke taak om de softe factor in het Kamerwerk te introduceren. Niet het recht van de sterkste centraal stellen, maar aandacht vragen voor het belang van de zwaksten.

Vandaag presenteren wij het tweede Parlementaire Jaarverslag van de fracties in de Tweede en Eerste kamer der Staten Generaal van de Partij voor de Dieren over het parlementaire jaar 2007-2008. Het is een verslag geworden van meer dan 900 pagina’s. Nooit eerder legden andere politieke partijen zo uitvoerig verantwoording af van het werk dat ze in het parlement verrichten.

We roepen grootschalig onheil over ons af, in de jacht op korte termijn-belangen die vluchtig zijn en schadelijk voor toekomstige generaties.

We consumeren wereldwijd volgens het WWF 30% meer dan ons toekomt en in het rijke westen consumeren we zelfs 3x zoveel als waar we qua land-oppervlakte recht op zouden hebben. Eén op de vier zoogdiersoorten is met uitsterven bedreigd, louter als gevolg van concurrentiestrijd met de mens.

In een politieke omgeving die geplaagd wordt door zoveel rampspoed, ligt het voor de hand dat de Partij voor de Dieren niet louter geprezen wordt om haar inzet. De brenger van slecht nieuws maakt zich daarmee zelden populair.

De mens is van nature niet echt tot verandering geneigd en daarom moet iedereen die pleit voor een wezenlijk andere koers in eerste aanleg serieus rekening houden met hoongelach.

Onze minister van Landbouw wringt zich vanaf de presentatie van de film Meat the Truth in allerlei bochten om ons van leugens te kunnen betichten. Terwijl gezaghebbende instituten aangeven dat we veel minder dierlijke eiwitten moeten consumeren.

We zijn de aanjager voor heel veel politici. En we vormen floodlight voor de woordvoerders van andere politieke partijen die meer ruimte in hun fracties krijgen om op te komen voor dieren, louter door onze aanwezigheid en de electorale dreiging die daarvan uitgaat!

Esther Ouwehand, Marianne Thieme en Niko Koffeman (foto Thomas Schlijper)

Tot volgende week!

This week we are celebrating our second anniversary in parliament and to mark this occasion we presented our second parliamentary annual report. Here is an abbreviated version of my presentation speech:

One of the questions that confront us is: has the world changed much since the Party for the Animals entered parliament as the first party in the history of the world whose representatives do not primarily work to protect their own species?

Yes, things have most definitely changed. 2006 had its share of large societal problems, but there was still no talk of a credit crisis, a currency crisis, a widely-recognised climate crisis, a fresh water crisis, the threat of a H5N1 pandemic, food shortage or to put it briefly, no widely-felt crisis of civilisation.

We said upon entering parliament that we expect that things will run their course, but there would be a price to pay, as human-centric thinking would lead to a crisis that cannot be swept under the rug. It is of utmost importance to plot a different course.

Compassion and sustainability do not align with the short-term thinking that characterises other parties, where Westerners and their money play a central role.

We insist that none of the crises mentioned could ever have spontaneously occurred in the animal world. Humans cannot survive without animals, animals can survive perfectly well without humans. Better than with humans, in fact.

Humans seem to use that which separates them from the animals, that is to say our greater intelligence and the power to make moral and ethical decisions, to their disadvantage, so much so, it will endangered life on earth, even within the foreseeable future.

This is what justifies the Party for the Animal's place in parliament and will also lead to the Party for the Animals no longer being able to be pushed aside as a decadent indulgence of tender hearted people who want to knit jumpers for pigeons. We have the important task of introducing the softness factor into the Chamber. We do not focus on might makes right, but request attention for the plight of the weakest.

Today we present our second parliamentary party Parliamentary Annual Report to the First and Second chambers of the States General for the Party for the Animals for the parliamentary year 2007-2008. The report runs to more than 900 pages. No other political party has ever before given such an in-depth report accounting for the work they perform in parliament.

By we are chasing after short-term gains we are calling down a large-scale disaster on ourselves, and we will leave a damaged world behind for future generations. According to the WWF, the world consumes 30% more than it creates and in the rich West, we consume three times as much, as if we had the right merely because the surface area of Europe is so large. One in four animal species is in danger of becoming extinct, simply as a consequence of having to compete with humans.

In a political environment that is plagued by so much adversity, it is a foregone conclusion that the Party for the Animals will not be praised for her efforts. The bearer of bad news is seldom popular.

Humans as a race are not very much inclined towards change and that is why everyone who advocates for substantial change must always need to take derision into account.

Our Minister of Agriculture has tied herself up in knots trying to accuse us of lies, ever since the premiere of the film Meat the Truth. And she does this as authoritative institutions indicate that we should all consume far fewer animal proteins.

We put a rocket under many politicians. We support the spokespeople for other political parties that are given more room within their parties to stand up for animals, simply from our presence and the electoral threat that results!

Esther Ouwehand, Marianne Thieme and Niko Koffeman (Photo Thomas Schlijper)

See you next week!