Worldlog Week 16 – 2008


18 april 2008

Beste vrienden,

Deze week werd bekend dat in Nederland een groot gepland bedrijvenpark (Sciencelink) voor proefdiercentra niet door gaat. Gezegd wordt dat dat te maken zou hebben met acties van gewelddadige dierenactivisten die huizen van personeelsleden beklad zouden hebben en een auto in brand gestoken. Meteen ontbrandde in het parlement de discussie of er niet “anti-terrorismemaatregelen “ ingevoerd zouden moeten worden met strengere straffen voor dierenrechtenactivisten (voor het gemak werd er geen onderscheid gemaakt tussen gewelddadige dierenactivisten en dierenactivisten), waarmee iedereen die voor dieren opkomt opnieuw gestigmatiseerd en gedemoniseerd wordt.

De zittende politieke partijen, waarvan veel vertegenwoordigers persoonlijke en/of financiële banden hebben met de intensieve veehouderij zagen dit voorval als een “stok om de hond te slaan”.
Tijdens het debat hebben wij aangegeven dat er niet één dader van de vermeende misdrijven is aangehouden en dat er vooral sprake is van verdachtmakingen.

De huidige Nederlandse wet biedt voldoende mogelijkheden om wetsovertreders aan te pakken, er is geen enkele noodzaak om straffen te verhogen voor een handjevol gewelddadige dierenactivisten en al helemaal niet tot het uitvaardigen van gebiedsverboden voor dierenrechtenactivisten die “overlast” veroorzaken. Er zou dan eerst een definitie moeten komen van wat die zogenaamde overlast dan zou inhouden en of de vrijheid van demonstratie en de vrijheid van meningsuiting geen groot gevaar zouden lopen met de invoering van dergelijke maatregelen.

De Partij voor de Dieren kiest voor de legale en geweldloze weg om haar doelen te bereiken, maar wijst er wel op dat vooral de voedingsbodem voor gewelddadig dierenactivisme zou moeten worden weggenomen, door dieren een beter leven te gunnen en meer openheid te betrachten over bijvoorbeeld dierproeven.

Afgelopen week maakte minister Verburg van Landbouw, Natuur en voedselkwaliteit overuren. Ze beschuldigde mij ervan “niet fatsoenlijk” te opereren omdat ik in een krant gezegd had dat er sprake was van corrupte elementen in het toezicht op de vee- en vleessector. Volgens de minister had ik daarmee gezegd dat keuringsdierenartsen omkoopbaar zouden zijn, maar de werkelijke betekenis van het woord corrupt is “bedorven”.
Een toepasselijker aanduiding voor slechte controle op het vervoer en de slacht van zieke of zelfs dode dieren is nauwelijks denkbaar.

Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

De minister deed nog een andere poging de Partij voor de Dieren in een slecht daglicht te stellen. Mijn collega Esther Ouwehand had vragen gesteld aan de minister over een dancefeest, waar wilde dieren zoals leeuwen en krokodillen zouden optreden in een circustent.
Naar aanleiding van onze Kamervragen zagen de organisatoren af van het gebruik van wilde dieren, en de regionale kranten berichtten daarover.
Toch stuurde de minister een maand later opsporingsambtenaren naar het dancefeest, waar ze alleen mensen aantroffen die als wilde dieren verkleed waren.

De minister stuurde daarover een badinerend verslag naar het parlement met “belangwekkende informatie”. In de brief schreef de minister dat bij een controle op wilde dieren alleen verklede mensen waren aangetroffen en probeerde de indruk te wekken dat dat op een taxatiefout zou berusten van de Partij voor de Dieren.
Niets was echter minder waar, wij voorkwamen het gebruik van de wilde dieren en de minister ging af omdat ze niet op de hoogte bleek te zijn van de werkelijke gang van zaken die al in de kranten gestaan had.

Tot volgende week!

Dear friends,

This week we learned that the construction of a large business park (Sciencelink) in the Netherlands will not go ahead. This business park was to accommodate companies that conduct research on laboratory animals. The reason given was the actions of violent animal-rights activists who allegedly daubed employees’ houses with graffiti and set a car on fire. This was quickly followed by calls in parliament for “anti-terrorist measures” with tougher sentences for animal-rights activists (for the sake of convenience, no distinction was made between violent animal-rights activists and non-violent animal-rights activists), which again only served to stigmatise and demonise all who stand up for the rights of animals.

The political parties in the governing coalition, many of whose representatives have personal and/or financial links with the highly intensive livestock industry, seized upon this incident to engage in some “good old bashing”. During the debate, we pointed out that not a single person had been apprehended for the alleged crimes and that the accusations were insinuation more than anything else.

Current legislation in the Netherlands contains sufficient instruments for dealing with lawbreakers and there is no need to increase sentences for a handful of violent animal-rights activists. And there is certainly no need whatsoever to be issuing restraining orders against animal-rights activists accused of causing “nuisance”. Before resorting to measures like these, we would need a clear definition of what this so-called nuisance actually entails and we would have to debate whether such measures might severely compromise our freedom of demonstration and freedom of speech.

The Party for the Animals uses legal and non-violent means to achieve its objectives. However, we realise that the breeding ground for violent animal-rights activism must be removed by giving animals a better life and exercising greater transparency in, for example, animal experiments.

Last week was an extremely busy one for Minister Verburg of Agriculture, Nature and Food Quality. She accused me of “impropriety” because I had told a newspaper that elements of the supervisory bodies for the cattle and meat sector were corrupt. According to the minister, this was paramount to saying that the inspection staff was open to bribery. She may be interested to know that “corrupt” actually means “contaminated”. It would be difficult to think of a more apt way to describe the poor inspection procedures for the slaughter of sick and even dead animals.

Minister Verburg of Agriculture, Nature and
Food Quality

The minister made yet another attempt to blacken the Party for the Animals. My colleague Esther Ouwehand had submitted questions to the minister about a dance party that was apparently going to feature performances with animals, such as lions and crocodiles, in a circus tent. Esther’s parliamentary questions did cause the organisers of the dance party to abandon the use of wild animals, as was reported in the regional newspapers. Yet a month later, the minister sent government investigators to the party where they encountered partygoers dressed as wild animals.

The minister then sent parliament a facetiously toned report that apparently contained “interesting information”. In her letter, the minister reported that the inspection had found only people dressed up as wild animals and she tried to imply that the entire affair had been misevaluated by the Party for the Animals. Nothing could be further from the truth since it was our party that prevented the use of wild animals at the event in the first place. The minister’s facetious report only caused her to lose face when it became apparent that she was obviously not aware of the actual course of events as reported in the press.

Until next week!