Worldlog Week 11 – 2010


19 maart 2010

De ijsbeer wordt door de Nederlandse regering in de kou gezet. Minister van Landbouw, Visserij en Voedselkwaliteit (LNV) Gerda Verburg stemde, tijdens de deze week gehouden, CITES-conferentie tegen een voorstel om de commerciële handel in ijsberenvachten, -klauwen en -tanden te verbieden. De Partij voor de Dieren had met steun van de meerderheid van de Tweede Kamer minister Verburg de opdracht meegegeven zich in EU-verband juist sterk te maken voor een verbod op de commerciële handel in ijsberen. Minister Verburg brengt hiermee niet alleen de ijsbeer verder in gevaar, maar lapt gewoon de wil van het parlement aan haar laars.

De Partij voor de Dieren diende de motie in om het voortbestaan van de ijsbeer, die sterk bedreigd wordt door het smelten van de ijskappen, niet nog verder onder druk te zetten. Op de CITES-conferentie maken 175 landen afspraken over het inperken van de handel in bedreigde diersoorten. Donderdag is duidelijk geworden dat het voorstel voor de hoogste staat van bescherming voor de ijsbeer (Appendix I) het niet gehaald heeft. Ook een nieuw voorstel, waarmee hetzelfde resultaat bewerkstelligd kon worden, is mede door toedoen van de Nederlandse minister van de hand gewezen.

Tijdens de CITES-conferentie is helaas ook het stoppen met de vangst van de met uitsterven bedreigde blauwvintonijn afgewezen. Dit wegens economische belangen en al die andere redenen die we gebruiken om deze planeet onbewoonbaar te maken. Eén blauwvintonijn levert tot 80.000 euro op, vissers en handelaren vangen daardoor versneld de laatste exemplaren en vriezen ze in omdat ze verwachten dat de prijzen snel verder op zullen lopen als de vis (bijna) uitgestorven is. De Partij voor de Dieren strijdt daarom al jaren om de blauwvintonijn in het kader van CITES op de lijst van beschermde diersoorten te zetten. Eind 2009 is er een motie van de Partij voor de Dieren aangenomen, waarmee dringend werd verzocht dat de Nederlandse regering moest pleiten voor een verbod op de vangst van de blauwvintonijn in Europese wateren.


De jacht op de blauwvintonijn

Woensdag hebben we een spoeddebat gehad over Oostvaardersplassen, een natuurgebied in de provincie Flevoland. In dit omheinde gebied zijn dertig jaar geleden edelherten, Konikpaarden en Heckrunderen uitgezet. De bedoeling is om deze dieren zo veel mogelijk met rust te laten. Maar er is ook kritiek op de situatie in de Oostvaardersplassen. Tijdens barre winters sterft ongeveer 20% van de dieren door honger. De zeer akelige beelden die daarvan getoond zijn op televisie brengen een serieus probleem in beeld, maar dat moet opgelost worden via tijdig ingrijpen in het natuurlijke selectieproces.

Daarom hebben wij in de Tweede Kamer geëist dat er meer menskracht wordt ingezet bij Staatsbosbeheer, de beheerder van de Oostvaardersplassen, om tijdige euthanasie mogelijk te maken voor dieren die in het natuurlijk selectieproces ten dode opgeschreven blijken. De Partij voor de Dieren staat in principe afwijzend tegen het uitzetten van dieren, zeker waar dat in omheinde gebieden plaatsvindt. Alleen de belangrijkste vraag is nu of mensen accepteren dat de natuur zichzelf reguleert of dat mensen preventief in de populatie moeten ingrijpen door middel van jacht en bijvoeren. Als je zegt dat dieren in het wild nooit honger mogen lijden, moet je van natuurgebieden herten- en reeënkampen maken waar dieren worden gevoerd en, bij een overschot aan dieren, worden gedood. Hier kiest de Partij voor de Dieren niet voor. Wel willen we dat de natuurgebieden in Nederland aan elkaar gekoppeld worden om dieren de kans te geven te migreren.

Esther Ouwehand en ik op werkbezoek in de Oostvaardersplassen op 12 maart 2010.

Tot volgende week!

The Dutch government has set the polar bear out in the cold. The Minister of Agriculture, Nature and Food Quality (LNV) Gerda Verburg voted during this week's CITES-conference against a proposal to forbid commercial trade in polar bear pelts, claws and teeth. The Party for the Animals, with the majority support from the Lower House, gave Minister Verburg the task of stiffening her backbone in an EU context for a ban on commercial polar bear trade. Minister Verburg is not only further endangering the polar bear, but is also blindly ignoring parliament's will.

The Party for the Animals submitted the motion to not place the polar bear's existence, which is severely threatened by the melting of the ice caps, under any further pressure. The CITES conference is the location where 175 countries agree to limit the trade in endangered species. On Thursday it became clear that the proposition to afford the highest state of protection for the polar bear (Appendix I ) did not make it. Another new proposal, which would have realised the same result, was rejected out of hand partially through the agency of the Dutch minister.

During the CITES conference the ban on catching the blue fin tuna, a species threatened by extinction, was also rejected. This was due to economic interests and all the other reasons we use to make this planet unliveable. One blue fin tuna brings in 80,000 Euro. Fishers and tradesmen are therefore snapping up the last few of them and freezing them, expecting the price to rise even further once the fish is (almost) extinct. For this reason the Party for the Animals has been fighting for years to get the blue fin tuna on the list of protected species within the CITES framework. At the end of 2009, a motion by the Party for the Animals was accepted urging the Dutch government to argue for a ban on catching the blue fin tuna in European waters.

The hunt for the blue fin tuna

On Wednesday we held an urgent debate about the Oostvadersplassen, a nature reserve in the province of Flevoland. Thirty years ago in this fenced off area, red deer, Konik horses and Heck cows flourished. The idea is to leave the animals in peace as much as possible. But there is also criticism for the situation in the Oostvaadersplassen. During harsh winters approximately 20% of the animals die of hunger. The terrible images shown on television help to shine the spotlight on a serious problem, but it must be solved with a timely intervention into the natural selection process.

This is why we have demanded in the Lower House that more manpower be channelled into the Staatsbosbeheer (Dutch National Forest Service), the body responsible for managing the Oostvaardersplassen, to make timely euthanasia possible for those animals that are assigned to death by the natural selection process. The Party for the Animals is in principle against euthanising animals, especially when it takes place inside a fenced-off area. Only the most important question now is whether people will accept that nature regulates itself or if humans need to intervene with the preventative measures of hunting and feeding. If you say that animals in the wild may never suffer from hunger, you need to convert nature reserves into deer and roe camps in which animals are fed, and when numbers become too great, animals are killed. The Party for the Animals does not choose this course of action. We do want for nature reserves in the Netherlands to be linked to each other to give the animals a change to migrate.

Esther Ouwehand and me on a working visit to the Oostvaardersplassen on 12 March 2010.

See you next week!